Wie komende maanden door de bossen van de Testrik, Vredepeel, Breeheide of het bos bij Gemmadal wandelt, ziet dat er repen schors van stammen zijn gesneden. Wat gebeurt daar en waarom?
Eens in de zes à negen jaar moet een bos worden uitgedund: sommige bomen moeten verdwijnen om andere de kans te geven met tak en blad meer in de breedte te groeien, waardoor ze sterker en gezonder worden.
Afgelopen jaar heeft de gemeente bovengenoemde bossen geblest. De medewerker heeft de bomen die moeten verdwijnen gemerkt door het met het blesmes een reep van de schors te snijden. Dit is een merkteken voor de houtzagers, die dit najaar aan de slag gaan. Het merken met een mes heet ‘blessen’, omdat de streep witte bast doet denken aan de bles van een paard.
Welke bomen om moeten, hangt af van het doel van het bos. Als bijvoorbeeld een rijke natuur het doel is, moeten er grillige bomen groeien met holtes voor dieren. Is houtproductie het doel, dan zijn juist rechte, takvrije stammen van belang.
De bomen die worden omgezaagd, worden verkocht. De opbrengst wordt besteed aan bosbeheer. Afhankelijk van dikte, rechtheid en soort wordt het hout verwerkt tot papier, spaanplaat, MDF, latten, plankjes of meubels.
Misschien komt u het Venrayse bos dus weer tegen in de kantoorboekhandel, de bouwmarkt of op de meubelboulevard!